
Bali, wát een eiland. Mijn eerste keer Azië. Alles rook anders, klonk anders, voelde anders. En ik vond het geweldig. Niet alleen omdat het zo’n magische plek is, maar ook omdat dit een vakantie was met ons gezin, voor het laatst met z’n vieren op pad. Gezond, gelukkig, samen. Dat alleen al maakte deze reis onvergetelijk.
Maar Bali zelf? Dat deed er nog een schepje bovenop. Van apen op het strand tot kikkers in je slaapkamer. Van toeristische kermisvelden naar verborgen rijstparadijzen. En van waterzuivering in een heilige tempel waar je stil van wordt. Hier zijn mijn hoogtepunten én tips.
1. Jimbaran: Chillmodus aan op dag één
We begonnen in Jimbaran, aan de zuidkust. Een prachtige plek om te landen. Mooie resorts, strandtenten met verse vis en een relaxte sfeer. Maar wat het echt afmaakte? De stranden waar je rijen Australische surfers het water in zag duiken. Zout in het haar, zon op je gezicht, biertje in de hand. Het leven kan zó simpel zijn.

2. Padang Padang Beach: Zonnen met apen
Een van de mooiste stranden die we bezochten was Padang Padang Beach. Je baant je via een smalle trap tussen de rotsen door naar een tropisch stukje zandhemel. Bonus: terwijl jij op je handdoek ligt bij te kleuren, slingeren er apen boven je hoofd. Soms met kokosnoot. Soms met zonnebril van een toerist.

3. Ubud: Slapen in de jungle
Onze jungle-AIRBNB in Ubud was fantastisch, maar niet voor mensen met een zwak hart. Elke avond klonk als een aflevering van Expeditie Robinson: kikkers, gekko’s, vogels die klonken als kinderen die schreeuwden… en toch was het heerlijk. Hier kom je echt los van de wereld.

4. De rijstvelden: Van kermis tot paradijs
Eerlijk is eerlijk: toen we aankwamen bij de bekende rijstterrassen, dachten we even dat we op de Efteling-parkeerplaats stonden. Influencers met enorme jurken, zipline over het groen en overal Bali-schommels.
Maar gelukkig nam onze geweldige gids (taxi-chauffeur en wandel-encyclopedie in één) ons mee achter de drukte. En daar was het... wauw. Stil, groen, en adembenemend mooi. Plotseling snap je waarom mensen hiernaartoe reizen voor rust en reflectie.
We bezochten ook een bekende waterval, maar om eerlijk te zijn: een beetje overrated. Veel mensen, weinig magie. Zeker niet slecht, maar ook niet het hoogtepunt.

5. Pura Tirta Empul: Tempelwater en innerlijke rust
Wat wél bijzonder was? Pura Tirta Empul, de heilige water-tempel. Je kleedt je gepast (sarong om, knieën bedekt) en stapt het ritueel in: reiniging onder stenen watermonden, tussen locals die dit al generaties lang doen. Het voelde oprecht alsof je een klein momentje onderdeel bent van iets groters.
En het levert spectaculaire beelden op. Spiritueel én een mooi plaatje voor je feed.

6. Hoogtepunt: Nusa Ceningan, als in een film
Na een uurtje varen met de ferry stapten we aan wal op Nusa Ceningan, een eilandje naast Nusa Lembongan. Je komt aan bij de iconische Yellow Bridge, en het voelt alsof je in een James Bond-film bent beland. Overal scooters, kippen, surfplanken en vriendelijke locals die zwaaien.
Het eiland is klein, ongerept en prachtig. Ons huis? Een droom: infinity pool met uitzicht op de Indische Oceaan. Ik overdrijf niet als ik zeg dat ik daar écht even stil van werd.
Overal vind je hippe beachbars, verse smoothies, nasi goreng en natuurlijk ijskoude Bintang-biertjes voor een prikkie. Bali op z’n best.

7. Duiken met mijn vader, en met schildpadden
Samen met mijn vader Lars ben ik gaan duiken. Twee local guides, een privéboot, en op naar de open zee. Op zoek naar mantaroggen (die helaas niet opdoken), maar wél: kleurrijk koraal, vissen uit Finding Nemo en… schildpadden. We zwommen er gewoon naast. Niet te beschrijven hoe bijzonder dat was.
Een aanrader trouwens om zo’n trip privé te doen. Geen boot vol toeristen, gewoon jij, je familie en de oceaan.

8. Sanur: Boekkie lezen & opladen
De laatste dagen brachten we door in Sanur, in een knus huisje op loopafstand van het strand. Zon, rust, en nog even een boek uitlezen op het strand (Astrid Holleeder, voor de nieuwsgierigen onder ons). Na al het avontuur was dit de perfecte plek om af te bouwen.

Bali: Wat opvalt als je écht kijkt
Wat mij het meest raakte? De mensen. Iedereen is vriendelijk, behulpzaam, oprecht. Zelfs als ze weinig te besteden hebben, weinig voorzieningen hebben en dagelijks moeten knokken. Ze zijn dankbaar, vrolijk en tevreden.
Daar kunnen wij in Nederland nog een puntje aan zuigen.
Tot slot: Een reis om nooit te vergeten
Bali heeft mijn hart geraakt. Niet alleen door de stranden, de natuur en het eten (al zou ik alleen daarvoor al teruggaan), maar vooral door de mensen en de rust. De glimlachen, de kleuren, de manier waarop alles op z’n plek lijkt te vallen.
Deze reis voelde als een cadeau. Een moment in de tijd waarin alles klopte. Samen met mijn ouders en broer, op een eiland waar de tijd langzamer gaat en de zon net iets mooier ondergaat.
Moet je naar Bali? Ja. Maar vooral: ga open, kijk echt, en laat het eiland z’n werk doen. Je komt anders terug dan je vertrok. Beloofd.

Reactie plaatsen
Reacties
Jesse , zoals jij dit allemaal beschrijft , zo voelde het ook echt . De geur , de kleuren zowel boven water en onderwater , de glimlach en hartelijkheid van de mensen. Ik ga zeker nog een keer terug. Dankbaarheid voelde ik daar omdat ik dicht bij mijn Opa ben gekomen . ( kwam uit Indonesië)